Gebutst door het leven op de goede plek gekomen

Gebutst door het leven op de goede plek gekomen

Gebutst door het leven op de goede plek gekomen

Het verhaal van Uzonka Sólyom, geestelijk verzorger bij Lelie zorggroep

Bijbelsmokkel gaf de Hongaarse Uzonka Sólyom een onlosmakelijke band met Nederland. Een bewogen levensloop bracht haar uiteindelijk naar Korsakovcentrum Slingedael van Lelie zorggroep. Waar ze, gebutst door het leven, als geen ander geestelijke zorg kan bieden aan mensen die kapot gingen aan de alcohol.

Honderden keren ging het gezin Sólyom de Hongaars-Roemeense grens over. Met in de auto bijbels verstopt in allerlei hoeken en gaten. Vader achter het stuur, moeder ernaast. De kinderen reisden gewoon mee. “Ik weet nog hoe het was voor me als kind. Hoe de spanning steeg als we de douane passeerden. Nog altijd vind ik grenscontroles eng”, vertelt Uzonka Sólyom (51).

De Hongaarstalige bijbels waren aangeleverd vanuit Nederland. Het is een van die niet gekozen toevalligheden, die het leven van Uzonka zouden bepalen. Vader Sólyom was afgestudeerd theoloog, maar had zich afgewend van de politiek meegaande Hongaars Gereformeerde Kerk in communistisch Hongarije. Hij had zijn roeping gevonden in de hulpverlening aan Hongaren in Transsylvanië (in Roemenië). Hiervoor onderhield hij intensief contact met Nederlanders. Hij zorgde voor de nog gevaarlijkere verdere verspreiding van de christelijke lectuur in Oost-Europa. “Hij nam bewuste risico’s, wij hobbelden als gezin daarin mee. Gelukkig liep het altijd goed af, al scheelde het soms weinig.” 

Haar vader wilde graag dat een van de kinderen zijn vrijwilligerswerk voort zou zetten en kwam het goed uit dat Uzonka net haar examens had afgerond. Hij regelde dat zij bij een gezin uit Apeldoorn de Nederlandse taal zou leren. “Heel gehoorzaam deed ik dat. Ook al moest ik een vriendje ervoor achter laten. Bijna negen maanden verbleef ik daar.” In oktober 1988 reed Uzonka mee terug met de Nederlanders. De overgang van het arme Hongarije naar het rijke Nederland staat voor altijd op haar netvlies. “Ik herinner me dat de dochters me meenamen naar een enorme snoepwinkel in Hoog Catharijne. Ik mocht zelf snoep scheppen. Het raakt me nog steeds, hoe overweldigend het was”, zegt ze zichtbaar geëmotioneerd.

Negen maanden in een vreemd land, waar niemand jouw taal spreekt, zodat je hun taal wel móet leren spreken. Het was heftig. “Maar het maakte me sterker. Een andere Uzonka ging terug. En ik had een stukje Nederland in mijn identiteit erbij gekregen.”

Bestemming onbekend

Datzelfde jaar viel de muur, kwam er een einde aan het ijzeren gordijn. Bijbels smokkelen was niet meer nodig. Uzonka was wel regelmatig tolk in de contacten die steeds meer ontstonden tussen christenen in Nederland en Oost-Europa. Ze studeerde theologie net als haar vader, maar met weinig overtuiging. “Ik voelde me niet geroepen, maar liep mee met een vriendje.” Met haar diploma op zak werkte ze een tijd als hulppredikant en later als godsdienstdocent en uiteindelijk op een internaat.

De relatie die ze had met de directeur van het internaat strandde en ze voelde dat ze een nieuwe weg in moest. Maar wat? “Bij mijn stille tijd zei ik op een ochtend: Heer, ik weet het niet. Kom maar op met uw plan. Die avond kreeg ik een mailtje van een van mijn Nederlandse vrienden: waarom kom je niet hier naartoe? Andere vrienden boden me een zolderkamer aan als verblijfplaats. Daar zag ik Gods hand in.”

In 2008 kwam Uzonka als arbeidsmigrant naar Nederland. Schoonmaken, fabriekswerk, daarmee kwam ze rond. “Ik ging zonder plan, net zo onbezonnen als mijn vader altijd deed. Het bijzondere was dat ik met zulke baantjes voor het eerst me niet zorgen hoefde te maken over of ik het einde van de maand wel zou halen.”

***

Het is najaar 2011. Door Hardinxveld-Giessendam loopt een oude gebogen man. Uzonka kijkt naar hem en ziet iemand die ooit negentien was, misschien wel verliefd, met zijn eigen plannen. “Dat wil ik zien in mensen, dacht ik. Wat je ziet, is maar een fragment van iemands leven.” Het is die oprechte interesse die haar een baan oplevert als geestelijk verzorger in een bejaardenhuis in de Alblasserwaard. Eindelijk weer werk, na een periode van werkloosheid als gevolg van tegenslagen op werkterrein (kredietcrisis, faillissement). Drie jaar later staat ze opnieuw op straat. Een nieuwe manager ziet het niet in haar zitten. Een jaar lang lijkt opnieuw het doel in het leven weg voor Uzonka. Dagen rijgen zich aaneen en verliezen betekenis. Elke dag is hetzelfde. Ondanks de sociale contacten en de goede vrienden, zit ze veel alleen. Kijkt eindeloos series of speelt spelletjes. De enige houvast vind ze in haar liefde voor muziek. “Ik zat op drie koren. Maandag, woensdag en vrijdag oefenden we. Dat waren mijn ankers in de week.”

Genade

Een verloren jaar? Integendeel, stelt Uzonka. “Ik had drie jaar ervaring in de Alblasserwaard nodig om erachter te komen wat het werk van een geestelijk verzorger inhoudt. En in dat jaar werkloosheid leerde ik wat het betekent om geen structuur te hebben in je leven. Geen houvast. Dat de dreiging je over te geven aan verslaving op de loer ligt. Van drank is het nooit gekomen, maar wel van eindeloos spelletjes spelen, of series kijken, niet verstandig met je energie omgaan. Ik maakte mee wat het is om geen grip meer op je leven te hebben.” Emotioneel: “Nu ik werk met mensen die letterlijk kapot zijn gegaan door hun verslaving, weet ik: ik ben geen haar beter dan jij. En dat ik sta waar ik sta, dat is genade.” Ze zet haar bril af om haar ogen te drogen en vervolgt: “Wie ben ik dan om jou de les te komen lezen dat je een krat bier per dag dronk? Weet ik veel wat jij hebt meegemaakt?”

Na het jaar van werkloosheid vallen voor Uzonka alle puzzelstukjes samen. Haar vader die haar verkoos om naar Nederland te gaan. Haar ex-vriendje met wie ze theologie ging studeren. Het mailtje dat haar deed besluiten naar Nederland te gaan. De UWV-coach die haar in een tijd van werkloosheid op de mogelijkheid geestelijk verzorger te worden, wees. Het jaar werkloosheid. Ze krijgt een baan als geestelijk verzorger bij Korsakovcentrum Slingedael, een van de verpleeghuizen van Lelie zorggroep, in Rotterdam. Verdeeld over twee locaties is zij het luisterend oor voor 150 bewoners. Allemaal mensen met een eigen vaak rauw levensverhaal, waarin meestal overmatig alcoholgebruik ervoor zorgde dat hun hersenen beschadigd raakten. Met sterk geheugenverlies en vaak ook allerlei lichamelijke aandoeningen als gevolg. Op haar werkkamer op locatie Tussendael staat een boekenkast gevuld met bijbels en christelijke liedbundels in allerlei vertalingen. Het is vooral naslagwerk en voor haar eigen inspiratie. “Bij deze doelgroep moet je niet met een Bijbel onder je arm aan komen lopen. De ervaring van de meeste cliënten met de kerk is helaas niet positief. Ik ben er ook niet om hen te bekeren. Maar ondanks dat iemand zichzelf heeft verwoest, blijft er iets in hen aanspreekbaar. Ook al heb je nooit iets van God geweten, Hij heeft jou je levensadem gegeven. Hij ziet jou als mens.”

Kijken naar de cliënten door de ogen van Jezus, dat wil Uzonka daarom ook doen. “Jezus zocht de tollenaars, de hoeren en de melaatsen op in zijn tijd. Hij zag iets in hen dat anderen niet zagen. Zo wil ik ook kijken naar deze mensen. Je mag er zijn met alles wat je hebt meegemaakt. Je bent geliefd. Niet om wat je deed, maar om wie je bent.”

 _______________

Sprekende handen

“Kijk eens naar uw handen

sterk en lief en zacht

hebben in het leven

heel veel goeds gebracht”

Met dit lied begint en eindigt Uzonka een uurtje met zes bewoners van locatie Tussendael. Onder begeleiding van een muziektherapeut zingen de bewoners levensliederen. Van “Ben je in Rotterdam geboren?” tot “Daar bij de waterkant”. Elk lied verbindt Uzonka moeiteloos met het levensverhaal van de deelnemers. Ze roept de oude liefdes in herinnering. Vakanties. Geluk. En verdriet. Kleine flarden levensverhaal komen los. Naast deze groepssessies spreekt Uzonka ook veel een op een met de bewoners. Vaak komen dezelfde verhalen terug. “Als je zodanig bent uitgeleverd aan de zorg, aan ziekte, dan zoek je houvast. Vaak komt schuldgevoel om de hoek kijken. Wat heb ik mezelf en mijn familie aangedaan? Ik help hen erover te praten en reik rituelen aan. Dat lucht een beetje op.” Ze doet het zonder pretenties. “Het is eigenlijk onbegonnen werk. Hoe denk ik in de laatste paar jaar van hun leven te herstellen wat in de tientallen jaren ervoor is gebeurd? Maar wat ik kan, doe ik: een luisterend oor bieden en hen laten zien: je mag er zijn.”

Dit verhaal is eerder geplaatst in Elisabeth magazine.

Tekst: Stephan Bol
Beeld: Elisabeth magazine

Reacties

Uw reactie

Zorg verdient waardering

www.leliezorggroep.nl

Waardeer mij

0900 22 44 777

Vragen? Advies nodig?

Neem dan contact op met een van onze adviseurs.